Gran Canaria
Gran Canaria
Gastronomie

Agüimes

In Agüimes vind je de heerlijkste olijven

In het zuidoosten van het eiland Gran Canaria worden olijven geteeld, een gewas dat na de Spaanse verovering in de vijftiende eeuw al werd geïntroduceerd. Ook in deze tijd speelt de olijf een grote rol in de wereld door de populariteit van de Mediterrane keuken - en ook op Gran Canaria is de herleving van de olijf een feit. In Agüimes ontstond het eerste initiatief om de productie van de zuiverste koudgeperste olijfolie, 'aceite de oliva virgen extra', weer ter hand te nemen. De olie van de eerste persing is kwalitatief de beste. Naast de huidige moderne olieslagerij van de gemeente zelf zijn in de afgelopen jaren nog enkele verwerkingsbedrijven geopend.

Agüimes

In Temisas, dat onderdeel uitmaakt van de gemeente Agüimes, stonden in de zestiende eeuw al oliemolens of olieslagerijen om olijfolie te persen. In de negentiende eeuw stonden hier zelfs zes van de acht olieslagerijen die de regio kende. De olijfbomen werden geïmporteerd door de eerste kolonisten van het Iberisch schiereiland en de variëteit die ze hier introduceerden, 'verdial de Huévar', groeide goed in deze toen nog afgelegen uithoek van de Atlantische Oceaan. De olijfteelt is inmiddels niet meer weg te denken uit Gran Canaria en de inwoners zijn trots op hun 'eigen' olijven.

En wat voor olijven! Naast de heerlijke 'virgen extra'-olijfolie worden ook de olijven zelf graag en veel gegeten. Hiervoor worden de olijven ingemaakt in een knoflookvinaigrette ('mojo') waarvoor elke regio eigen recepten heeft. Olijven moeten eerst in pekelwater worden geweekt en later ingemaakt om de bittere smaak van de verse olijf weg te nemen.

Agüimes

Hoewel inmiddels ook veel nieuwe olijfboomgaarden zijn aangeplant door de groeiende belangstelling voor dit lokale product, vind je in Temisas nog veel prachtige oude olijfbomen met grillige stammen en takken die zich de hemel in slingeren.

De oude boeren leggen uit dat “hier de olijven niet uit de boom worden geschud” zoals in de rest van Spanje, maar dat de olijven een voor een worden geplukt en voorzichtig in een emmer worden verzameld. Daarvoor klimmen de plukkers op de dikste takken die 'gajos' worden genoemd.  De techniek hiervoor wordt van vader op zoon doorgegeven, want je moest je wel goed vast kunnen houden! Zo volgden de generaties van olijfboeren elkaar op, en verwierf de olijf met de mojo zijn eigen plaats in de Canarische keuken.

“De olijven worden een tijdje in zout water gelegd om minder bitter te worden en daarna worden ze ingemaakt met een traditionele vinaigrette, een 'mojo': mijn olijvenmojo bevat komijn en bittere sinaasappel,” legt restaurateur Matías Suárez uit. Deze horeca-ondernemer werd zo enthousiast over de lokale olijven dat hij ze zelf is gaan telen en vervolgens een eigen merk olijfolie creëerde.

Agüimes

Tegenwoordig kun je in de meeste restaurants in het dorp die lokale gerechte serveren van deze olijfolie genieten. Probeer ook eens de vele andere lokale producten die in opmars zijn, zoals de gepremieerde geitenkazen (of geiten- en schapenkazen), het vlees van de zogenaamde zwarte varkens (een ras dat al voor de Spaanse verovering werd gebruikt op de eilanden). Het zout komt al sinds mensenheugenis uit de zoutpannen aan de kust, waar het zuivere oceaanwater onvermoeibaar zout aan laat spoelen. In Spanje mag bij geen maaltijd het brood ontbreken, zoals bekende Canarische versregels hierover zeggen:

De heerlijke Canarische 'Queso de Flor' [bloemenkaas]
is het lekkerst
met brood uit Agüimes
en wijn van Lentiscal.

Agüimes
Agüimes