Gran Canaria
Gran Canaria
Gastronomie

Tejeda

Op weg naar de amandelbergen

Kaas en wijn zijn twee van de producten waaraan je meteen denkt als het om het bergdorp Tejeda gaat. Het dorp ligt op iets meer dan duizend meter hoogte - niet te verwarren met het hotel parador Cruz de Tejeda, wat nog eens vijfhonderd meter hoger ligt. Maar meer nog kenmerkt het dorp zich door de uitgestrekte amandelboomgaarden. De amandel wordt ook wel “de gezondste noot” genoemd en de eilanders kennen Tejeda dan ook om zijn amandelen.

Tejeda

Vraag in Gran Canaria wat je in Tejeda kunt vinden en het antwoord is 'almendreros', zoals ze op het eiland de amandelbomen noemen. Daar denken ze nog eerder aan dan het prachtige landschap en de inheemse planten en bomen die hier groeien. En als je vraagt wat je in Tejeda echt moet kopen, is het antwoord waarschijnlijk 'bienmesabe' (smaaktmegoed). Mogelijk voegen ze daar nog amandelgebak, amandelkoekjes en gevulde amandelen aan toe, maar de amandelen staan wel centraal.

Bij deze lijst hoort ook de marsepein, 'mazapán de Tejeda'. De marsepein is wel een wat langere uitleg waard. In het dorp werd de marsepein meestal niet thuis gemaakt. Veel vrouwen werkten hard buitenshuis in de amandelboomgaarden en aan de amandeloogst. “Mijn oma zorgde altijd voor marsepein bij de kerst en ook in september werd marsepein gemaakt voor het dorpsfeest 'la Fiesta del Socorro',” vertelt Rosa Mari Medina, de bekendste banketbakster uit het dorp.

Tejeda
Tejeda

De families in Tejeda met eigen amandelbomen, of die hielpen met de amandelpluk bij een plaatsgenoot en zo aan hun amandelen kwamen, maakten meestal hun eigen amandelgebak. De amandelen werden gekookt en gemalen en daarna met een gelijk gewicht aan suiker gemengd. Het deeg brachten ze dan naar de oven van de banketbakker om daar te worden gebakken. Dit is waar marsepein uit bestaat - amandelen en suiker.

In september werd de late maïs geplant en werden ook de amandelen geplukt. De jongeren uit het dorp togen dan naar de afgelegen boomgaarden, zoals Hoya la Vieja, waar ze op planken in een grot sliepen en vier of vijf dagen bleven. De jongens gebruikte lange palen om de takken te schudden en de meisjes raapten de amandelen op. “De amandelen werden in manden verzameld en later in grote zakken gedaan,” zo herinnert zich één van deze vrouwen die in de jaren zestig nog een jonge meid was.

Tejeda

De amandelbomen van Hoya de la Vieja waren van een vrouw uit Los Manantiales. Zij hielp ook mee met de amandelpluk en verzorgde een voedzame aardappelstoofpot met ui. Daarbij serveerde ze een saus, een 'mojo' met tomaten en amandelen: de 'mojo van Paca Navarro'. De stoofpot en de mojo werden gegeten met gofiobolletjes (gofio is geroosterd meel van maïs en andere granen) en water.

Deze Paca Navarra herinnerde zich dat het recept van haar moeder kwam, die het weer van een tante had geleerd. Uiteindelijk is het recept dan al meer dan 150 jaar oud! Zij noemde de saus gewoon mojo, maar iedereen die haar kende noemde het de 'mojo de Paca Navarro' - vooral de vrouwen die zij als dagloners inschakelde bij de amandelpluk.