Aan de westkant van Gran Canaria bevindt zich een plek waar de drukte van alledag tot stilstand komt bij een natuurlijk bad in zoet water. Die plek is de Charco Azul.
Het is een natuurlijke lagune omgeven door steile kliffen, gevoed door een waterval die het grootste deel van het jaar water voert. De Charco Azul vangt het water op dat uit de bergen van Tirma en Tamadaba ontspringt, voordat het zijn weg vervolgt naar de Atlantische Oceaan.
Je kunt er komen vanuit het dorp El Risco, 49 kilometer van Las Palmas de Gran Canaria, en slechts 14 kilometer van Agaete.

El Risco is een klein gehucht met ongeveer 300 inwoners, dat aan zijn achterkant een van de verborgen schatten van het eiland bewaart. Het is een plek vol authenticiteit, ideaal voor reizigers die op zoek zijn naar het onbekende.
Veel wandelaars die dit kleine dorp doorkruisen, maken de fout El Risco te onderschatten, en zien het slechts als een tussenstop om iets te eten en te rusten na de bochtige weg.
Er valt hier echter nog veel meer te ontdekken. Ten eerste vind je er de vertrouwde en traditionele ontvangst van de mensen. De straten lijken je naar binnen te trekken. Aan de achterkant van de wijk slingeren verschillende paden door de bergen die je uitnodigen om ze te verkennen. Dit is het startpunt van de Charco Azul-route.

Terwijl je de kloof oploopt, veranderen de kleuren van het landschap voortdurend en begeleiden ze de wandelaar bij elke stap. De hellingen zijn bezaaid met landbouwterrassen, palmbomen en kleine stroompjes. Aan het einde van deze korte wandeling van drie kilometer bereiken we onze bestemming. Veel bezoekers nemen een verfrissende duik in het water voordat ze terugkeren.
Hoewel de route het hele jaar door aangenaam is, zijn de beste maanden om te bezoeken tussen januari en mei, vooral in jaren met voldoende regenval. In de zomermaanden is voorzichtigheid geboden vanwege de hoge temperaturen: neem voldoende water mee en ga niet zwemmen als er niet genoeg stromend water is.
Voordat je terugkeert, kijk omhoog naar de hellingen waar pijnbomen en wolken samen een indrukwekkend afscheid vormen, een van de meest verkwikkende plekken van het eiland.

Vanuit Las Palmas de Gran Canaria neem je de GC-2 richting Agaete en vervolg je daarna via de GC-200 in de richting van La Aldea de San Nicolás gedurende ongeveer 15 kilometer. Vanuit het zuiden van het eiland neem je de GC-1 naar Mogán en vervolgens de GC-200 richting Agaete.

Dit is het meest westelijke district van de gemeente, op ongeveer een half uur van het stadscentrum van Agaete. Het dorp heeft een duidelijk landbouw- en veeteeltkarakter. Het valt op door de aanwezigheid van kleine producenten van agrarische producten, zoals geitenkaas en yoghurt, en door de groei van plattelandstoerisme, met verschillende traditionele Canarische huizen die als landelijke accommodaties dienen.
Het strand van El Risco is een van de grootste ongerepte stranden van het eiland. Het ligt bij de monding van de kloof, op slechts één kilometer van het dorp, en is bereikbaar via een ongeplaveide weg die tussen struikgewas naar zee afdaalt. Aan de voet van de bergen ligt een strand van rotsen en zwart zand van bijna 400 meter, waar vroeger zand en grind werden gewonnen voor de bouw. Let op de sterke golven en stromingen, die hier vaak voorkomen.
Vlakbij ligt een van de mooiste beschermde natuurgebieden van Gran Canaria, bekend om zijn geologische waarde, flora, fauna en archeologische vindplaatsen. Het naaktstrand van Guayedra is klein maar charmant, en biedt spectaculaire zonsondergangen met uitzicht op de Teide op Tenerife. De palmbomen, het zwarte vulkanische zand, de spectaculaire kliffen en het verre uitzicht op de Teide op het naburige eiland vormen een ware lust voor de zintuigen.
Agaete is de gemeentelijke hoofdstad waartoe deze omgeving behoort. Aan de voet van het Tamadaba-dennenbos ligt een gebied waar zee en bergen harmonieus samenkomen. De meeste wijken liggen in de buurt van de Agaete-vallei, een streek met een uitgesproken landbouwkarakter, waar je tropische vruchten, wijngaarden en zelfs een unieke koffiesoort vindt. Aan de kust zijn de stranden en de haven eveneens bezienswaardigheden van grote waarde.
De aangrenzende gemeente La Aldea de San Nicolás, die nu via een tunnel met El Risco is verbonden, is de hoofdstad van het meest westelijke deel van het eiland. Deze plaats is altijd een belangrijk economisch centrum geweest dankzij haar landbouw voor export en visserijactiviteiten.